Noarder Alde Wei, Marrekrite SN 62 D

EPILOOG

Vrijdag, 1 september 2023

Dit is de (voorlopig) laatste episode van onze wederwaardigheden van dit seizoen, een epiloog of zwanenzang zo u wilt. We zijn nu negen dagen verder en ik zal even een samenvatting geven van wat we vanaf 23 augustus tot nu gedaan (weinig) en beleefd (niks) hebben. 

Vorige week donderdag hebben we de kuiptent weggebracht naar de zeilmaker (Jan Dijkstra – wie kent hem niet) en dezelfde dag gerepareerd terug gekregen. Het weer sloeg toen een beetje om, die dag. Regen, regen , regen, regen. We kwamen zeiknat terug op de boot, maar met een tent. Zonder dat ding beviel het vrije uitzicht ons wel, tot het begon te regenen, dus. De volgende dag stond ie er weer op. We hebben die donderdag meteen maar boodschappen gedaan bij de Lidl want de eieren en de rode wijn was op. Ook het tankje van de buitenboordmotor hebben we toen opgetopt in de jachthaven aan het kanaal. Ik schrok me kapot: 2,40 euro per liter; de nieuwe werkelijkheid – ik denk dat ik de auto nog maar even uit de belasting laat als we thuiskomen en boodschappen ga doen met zijtassen op de fiets. Verder brachten we de dag door met lezen en tv en joetoep filmpjes kijken. Saves speelden we op de Laga het gezelschapsspel Mexican Train, een geheel nieuwe ervaring voor ons. Heel gezellig, misschien wor ik nog eens een spelletjesmens (denk het niet). 

De volgende dag lag het meer er spiegelglad bij. De insecten die zich de vorige avond verzamelden boven en tegen de kajuitdeur waren compleet verdwenen. De hele dag lag leeg voor ons, dat wil zeggen: geen plannen. We deden de dingen die ik al honderd keer heb genoemd en het beviel nog steeds; lezen, schrijven, puzzelen, muziek luisteren. Ik probeerde ook nog een vogeltje te filmen dat op een fakkel zat. Dat mislukte. De kuiptent ging er op zodra de kuip droog was na de oggenddauw. Hij stond nog niet of het begon te regenen. Babbelen met Willem over het eventueel uitbreiden van de taken van de grote omvormer (5 kw) die nu alleen gebruikt wordt door de stabilisatoren. Een nieuw project voor de winter? Het was een dag van wisselende weertypen. 

Op zaterdag 26 augustus zijn we verkast naar een Marrekrite steiger 550 meter verderop, nummer PR 51 D, omdat de drie dagen die je maximaal achter elkaar mag liggen waren verstreken. Hier lagen we niet aan lagerwal en meer beschut tegen de westenwinden. Het was mooi weer, best warm. We genoten de hele dag van de langsvarende bootjes. Het was nog steeds tamelijk druk, de steigers lagen bijna vol. Des middags keken we naar de kwalificaties van de Grand Prix op Zandvoort. Die Max toch. Verder beleefden we niks. Dat zei mijn moeder ook altijd maar die was dan ook 99 jaar. Wel bedenkelijk dat wij dat nu al zeggen, maar ja, ik kan er niks meer van maken. Oh ja, ik heb die dag twaalf verhaaltjes tegelijk op ons weblog gezet (www.wingiv.wordpress.com). Konden de niet-Facebook gebruikers ook weer even voort.

Zondag, 27 augustus: de traditionele koffie met kwarktaart van Joke. Hij was weer lekker. Het is 1000 stappen heen en terug naar de vuilniscontainer op dit eiland, als je vijf keer gaat heb je 5000 stappen te pakken en als je tien keer gaat 10.000, enzovoort. Ik heb ook aan natuurfotografie gedaan: bloemetjes en rietkragen. De meeste boten bleven liggen. De Grand Prix werd rechtstreeks uitgezonden. Max won. De zwanehals onder de keukengootsteen raakte verstopt en doorblazen met de compressor lukte niet. Ik zal hem op een regenachtige dag uit elkaar moeten halen. 

Op 30 augustus zijn we eerst Grou in gevaren en hebben water getankt aan het openbare watertappunt. Ik moest elke vier minuten in de stromende regen op de knop drukken om de (pis)straal op gang te houden. Maar het was gratis dus ik moet niet zeuren. Daarna sukkelden we over het Prinses Margrietkanaal en het Sneekermeer de sloot genaamd Noarder Alde Wei  naar Joure in en vonden een prachtige plek op SN 62 D, aan een dijkje met een fiets-/voetpad, op vier kilometer van Joure. Daar liggen we nu nog steeds. Het is een doorgaande route naar Joure en de Langwarder Wielen dus er komt heel veel pleziervaart langs, maar dat is juist gezellig. Gisteren hebben we op de plooifiets (niet elektrisch) Joure verkend en boodschappen gedaan bij de Lidl. Leuk stadje. Voor we de terugweg aanvaardden dronken we een kop koffie bij Café Anne-Klare aan de (of het?) Zijl. Die was echt lekker. We moesten onderweg regelmatig schuilen voor de regenbuien, maar toch kwamen we tot op de draad verzopen aan boord terug. We maakten s’middags nog een wandelingetje langs de Noarder Alde Wei richting pont Rufus, waarbij we ons een weg moesten banen door een kudde schapen die hier vrij rondliepen; als ze willen kunnen ze zo oversteken met Pont Rufus (1 euro p.p.). Ach, het is hier fantasties. 

We hebben morgen 2 september de drie dagen limiet bereikt op SN 62 D en moeten dan dus weer verkassen. Ik denk dat wij richting Heeg varen want daar komen volgende week Marijn en Rianne een boot huren. Linda komt ook dat weekend en dan kunnen we gezellig even samen zijn. Na die week gaan wij zoetjesaan op huis aan. 

Ik hoop dat onze verhaaltjes een beetje in de smaak vielen en voor nu wensen wij iedereen nog een mooie zomer en een prachtig najaar toe (een “Indian Summer” tot eind november lijkt me wel wat).

Behouden vaart en tot ziens!

Willem en Ingeborg Brandenburg

a/b Wing V

Geplaatst in Logboek | 10 reacties

Alde Feanen MK PR 09 – Grou MK PR 511

DagDatumWindWeer
Woensdag
23 augustus 2023
W 3 ~Bf
Zon en Wolken
VertrekAankomstLogstandMotoruren
11.00 uur
12.15 uur
10.731 km
4852,1 uren
Logboek

Woensdag, 23 augustus 2023

Het is acht uur. De ochtendzon schijnt uitbundig boven de Oude Venen. De vuilnisbak staat te bakken in die zon. Er staat een mild windje. Ik was al om half zes wakker maar het was nog zo donker dat ik er in bleef, in bed bedoel ik. De dagen worden merkbaar korter. Goed geslapen, ik. Net wakker geworden, opnieuw. De hele ochtend is voor het schrijven verpest. Ik ga maar gauw zitten en een beginnetje maken, dan zien we wel wat er van komt. Wat een rust en stilte hier en dónker dat het was vannacht, toen we om 00.00 uur naar bed gingen, niet normaal meer. 

Terwijl we worden belaagd door een heleboel Lasertjes (geen: lezertjes) die een tourtocht aan het maken zijn, onder begeleiding van een paar jongens in motorbootjes, krijg ik mijn stukje af. Even een fotootje maken van de Lasertjes. Tweede dag in Oldenburg is beschreven en geplaatst. Ik ga maar even horen bij Joke en Willem wat zij willen doen vandaag.

Elf uur. We zijn vertrokken na de koffie en na intensief overleg met de bemanning van de Laga. We gaan helemaal via de Hooidamsloot, de Kromme Ee, de Sitebuurster Ee en de Wijde Ee naar een Marrekriteplek op de Burd, vlakbij Grou. Joke en Willem varen dan door naar Grou om water te laden en komen weer terug naar de steiger. Wij moeten vandaag de kuiptent eraf halen en morgen naar Zeilmakerij Jan Dijkstra brengen.

Vijf voor twaalf. We sukkelen lekker langzaam met 8 kilometer per uur door de Kromme Ee naar de Site buurster Ee. Het is hier heel erg mooi, lieflijk en plat; bijna niet te filmen. Veel bootjes. We zijn er bijna.

Tien voor drie. We liggen hier aangenaam. Voor ons ligt een bootje met een echtpaar in onze leeftijdsklasse die hier een paar uurtjes liggen om hun teakdek schoon te poetsen. We raakten gezellig even aan de praat. Aardige lui. Zij wilden hun boot wel naar voren verhalen zodat de Laga er tussen kon als die terug zou komen. Maar die paste er niet tussen toen ie terugkwam. Desgevraagd zijn ze weer naar achteren verhaald, waardoor Willem met spudpaal voor en een landvast achter kon liggen. Nu zitten we te lezen op de kuipbank. Heerlijk. Het is mooi weer, de zon schijnt nu even niet maar het is wel warm. Omdat de vijf in de klok zit (vijf voor drie) gaan we een colarummetje drinken.

De Suderburds Wiid heet het hier – MK PR 511. Tien voor half acht. We zitten naar Two And A Half Men te kijken, zometeen naar Big Bang, dan het Journaal, gevolgd door De Slimste Mens en we sluiten af met twee piano spelende broertjes en dan weer naar bed, o nee, ook nog een stukje Humberto. Dat wat betreft het amusement vandaag.

Vanmiddag hebben we de kuipkap eraf gesloopt, die brengen we morgen naar Jan Dijkstra, maar dat had ik al gezegd. We gaan met het bootje en dan doen we meteen boodschappen bij de Lidl, die bevindt zich schuin tegenover het haventje waar we met de rubberboot landen om de tent af te leveren. 

Het was heel gezellig vanmiddag met de buurtjes. We hebben ons heel intensief laten informeren hoe het is om een nieuwe heup te krijgen. De hele operatie is een fluitje van een cent en hij heeft er niets van gevoeld. Na een paar dagen liep hij en nu staat ie alweer zijn teakdek te boenen. Hij is er erg blij mee en vol lof voor het ziekenhuis in Drachten. We waren zeer geïnteresseerd voor als wij ooit ook aan de beurt zouden komen. 

We liggen hier aan een ongemaaid stuk land, weer heel ruw aangelegd, de met gras bedekte harde kleibodem is ruw met gaten en bobbels erin, niet goed voor je enkels. Je zou hiervandaan op de weg kunnen komen, een eind verderop maar dan zit je onder de bulten van de brandnetels. Met z’n tweeën bezetten we zowat de hele steiger. Er zou nog een kleintje tussen kunnen. We gaan verder met TV kijken. Het was een fijne dag.

Geplaatst in Logboek | Een reactie plaatsen

Stroobos – Nationaal Park De Alde Feanen (MK PR 09)

DagDatumWindWeer
Dinsdag
22 augustus 2023
Geen tot weinig
Zon en wolken
VertrekAankomstLogstandMotoruren
09.00 uur
12.15 uur
10.722 km
4850,8 uren
Logboek

Dinsdag, 22 augustus 2023

Kwart over acht. Ik was om half zes al wakker en om zes uur eruit gegaan om met foto’s en filmpjes te knoeien. Het was erg mistig op het kanaal, hier bij Stroobos. Gelukkig hebben we vannacht niet veel last gehad van de stuwende en zuigende waterbewegingen van het scheepvaartverkeer op het kanaal, we hebben in ieder geval daar niets van gemerkt. Nu neemt dat weer toe. Het knoerpen van de landvasten op de bolders is vervelend. We moeten toch echt meer met landvastveren gaan werken. Ik ben bezig met het schrijven van het verhaaltje over 17 augustus, toen we van Bremerhaven naar Oldenburg voeren. Goh, die dag is alweer een vage herinnering. Gelukkig hebben we de beelden nog. Ik lig behoorlijk achter. Het loopt niet lekker. Er is ook weinig interessants te melden over die episode. Ik geloof, nee, weet zeker, dat ik er maar even mee stop voor nu. Onderweg zal ik er wel mee doorgaan. De mist is opgetrokken. Wat mij betreft kunnen we weg. Pal naast ons aan de overkant van de sloot begint een jongen op een grote trekker met drie hydraulische maaiers eraan vast, eentje voorop en twee aan weerszijden achter, de landtong met grasland te maaien. Was nodig. Heel bekwaam en behendig, maar vooral heel snel, klaart ie draaiend, kerend, achteruit, vooruit, de klus. In een kwartier is ie klaar. Daarna gaat ie met een oudere man, waarschijnlijk zijn vader, die over een hek geleund stond toe te kijken zeker een half uur staan kletsen. Waar is de tijd van de zeis gebleven. 

Kwart over tien. We varen midden op het Bergumermeer in de vaargeul, onderdeel van het Prinses Margrietkanaal. Rechts van ons zien we de atoomcentrale van Burgum. We zien ook de steigers van de Marrekrite bij een langgerekt eilandje, waaraan we weleens hebben gelegen. Je kunt er niet vanaf van die steigers. Ik zie ook geen vuilniscontainers. Is dit wel van de Marrekrite? De steigers zijn grotendeels leeg, weinig liggers.

Maarre, we hebben het er daarnet even over gehad, Ingeborg en ik, tijdens een heerlijk bakkie koffie, deze hele vakantie overpeinzend, enne, ik ben nu 5 dagen achter met verhaaltjes schrijven. Ik denk dat ik er een eind aan ga breien. Ik beschrijf de tocht nog tot Grou, waar ik de kuiptent bij Zeilmakerij Jan Dijkstra, wie kent hem niet, ga aanbieden voor kleine herstelwerkzaamheden. Daarna nog een samenvatting van een paar dagen “Marrekrite liggen” en dan schluss, stoppen, ga ik met vakantie, lekker uitrusten. Om nou tot de laatste dag (ergens in september als we afmeren in onze box bij de WSV De Zeevang, te Edam) elke dag zo’n ellenlang lulverhaal over niks op te hangen – want we weten echt niks meer en we beleven ook niks – daar heb ik niet zo’n trek in. De druk wordt te groot, ik ben nu een beetje overspannen, zie je. Ik moet niet vergeten een fotootje te maken van de kapotte rits.

Half één. Grutte Krite, een Marrekriteplek MK PR 09, daar liggen we afgemeerd tegen een graslandje, de Laga vóór ons en om de hoek nog meer boten, van alles en nog wat. Het is mooi weer en erg druk. Dat was even wennen op de weg hiernaartoe, langs Eernewoude, laverend door de sloten om de (zeil)boten heen, maar wel gezellig. De wind is west, staat op kop, we worden iets van de kant af geduwd, dat is prima. Er komen allerlei boten en bootjes langs, we liggen aan een doorgaande route. Ik ging m’n verhaaltje afschrijven. Dat is zo goed als klaar. We liggen lekker, relaxed en voelen ons thuis (we hebben hier eerder gelegen). Dat was het wel zo’n beetje dacht ik. We zitten op ons buitenterras te genieten van het vakantiegevoel en de langsvarende bootjes. Zie je wel: herhaling.

Kwart over negen. Wat hebben we vanmiddag gedaan? Niks. Stukje afgemaakt en gepubliceerd. Daarna heb ik een slaatje gemaakt van rooie bieten, een pot sperziebonen, gekookte aardappelen, een grote ui, een grote kwak mayonaise, ketchup, een halve emmer kartoffelsalat, augurk, Ketjap Manis, peper, zout en vier hardgekookte eieren. Met een vork fijnstampen de zooi, lekker klutsen in de pan en klaar is kees. Het was erg lekker. We hebben de hele middag de drukte met verbazing gadegeslagen. Alle bootjes blijven hier ook overnachten. Het is een flink heen en weer geloop naar de vuilniscontainer tien meter achter ons. Elke keer schrik ik weer als de klep open en dicht gaat. Dat krijg je als je overspannen bent. Gelukkig staat de wind van de container af. Verder gebeurt er niks. We hebben een colaatje gedronken met een vingerdikte Strohrum 80 erin, lekker hoor. We hebben met Miriam gefacetimed en met Marijn en Riet gebeld. Ze stuurden een erg grappig filmpje van hun zoon, de Ierse Terriër genaamd Bevo. Nu zitten we alweer een uur TV te kijken naar allerlei klote programma’s zoals De Slimste Mens (kunnen ze Erik, Philip en Jeroom niet naar dit programma transplanteren?) en het Journaal. We weten weer waar we aan toe zijn, alle narigheid van de wereld en van de politiek en van de oorlog hebben we over ons heen gekregen. Wat gaan we nu zien? O ja, dat reizen met al die bejaarden in caravans en campers met Martine van Os, dát vind ik nou eens een leuk programma, dát heeft alles in zich, dát spreekt mij aan. Zou dat komen doordat wij ook in die leeftijdscategorie vallen? Ik voel wel een zekere verwantschap: je kunt je beter steeds weer op een andere plaats in je boot of camper vervelen, dan elke dag op één plaats in dezelfde sta-op stoel achter dezelfde geraniums thuis of in het tehuis.

Ik ga zometeen nog een glaasje whisky (twee vingers, ik heb dunne vingers) nemen met een koud glas water erbij en Ingeborg gaat een koud glas water nemen met twee millimeter Teisseire erin en dan daarna naar bed. En dan morgenvroeg om half zes verder met schrijven, 18 augustus is dan aan de beurt als ik het goed heb. Het was een fijne dag.

Geplaatst in Logboek | 2 reacties

Delfzijl – Stroobos

DagDatumWindWeer
Maandag
21 augustus 2023
WZW 3 – 4 Bf
Zonnig, bewolkt, warm
VertrekAankomstLogstandMotoruren
10.45 uur
17.00 uur
10.692 km
4847,7 uren
Logboek

Maandag, 21 augustus 2023

We liggen nog in Abel Tasman, Delfzijl. Het is half tien. Ik ben klaar met stukkie schrijven over 16 augustus. Ik loop steeds verder achter, wedden dat dit straks uitloopt op een “nervous breakdown”? Dat zal niet de eerste keer zijn. Het is prachtig weer weer, de zon schijnt, de lucht is blauw, we gaan maar weg. Het verhaaltje staat op FB. Ik was er om half zeven al uit dus ik heb elke dag minstens drie uur nodig om mijn lulkoekerijtje te bakken en in de winkel te leggen, begrijp je wel?! Lul dan niet zoveel en dik het in zegt men wel tegen mij, maar dat heb ik geprobeerd: ik kan het niet, het ziet er dan niet uit, niet te hachelen vind ikzelf en het belangrijkste moet toch zijn dat ik het zelf kan hachelen, want ik schrijf het voornamelijk op om herinneringen op te halen als ik straks dement ben. Genoeg gejankt, waar hadden we het ook alweer over? Oh ja, over janken gesproken: ik werd vannacht om kwart over twee wakker omdat mijn rechtervoet heel langzaam uit zichzelf naar beneden boog in de zogenaamde spitzen positie, als bij een balletdanser als het ware en ik kon het niet tegenhouden. Wat krijgen we nou? Het deed verdomde pijn, ook mijn kuit verstrakte op pijnlijke wijze en ik moest in het holst van de nacht mijn nest uit om de boel ijsberend door de kajuit recht te buigen. What fresh hell is this?! Is dit leeftijd of leefstijl gerelateerd? Ik hoop het laatste want dan zou ik heel misschien, eventueel, hieraan iets kunnen doen. Ah, daar komt Willem, niet met de waterpomptang maar met een halfje volkoren donkerbruin brood uit de Nederlandse Lidl. Joke is op de elektrische plooifiets naar de Lidl gegaan en daar zij op de hoogte is van de broodcrisis bij ons aan boord heeft zij voor ons ook een halfje gekocht. Vergeleken met het Duitse en Deense brood was de prijs van dat smakelijke zachte Nederlandse, niet zure, volkoren donkerbruine halfje verwaarloosbaar, zodat ik hem geeneens hoefde te betalen. De lieverds, en ze hebben het al niet zo breed.

Half elf. We hebben koffie gedronken op de Laga met het laatste puntje citroen kwarktaart erbij. Heerlijk hoor. Daarna stieten wij los van onze box en parkeerden bij de laadkade voor drinkwater annex ontlaadkade voor vuilwater op de hoek van de jachthaven. Op de steigers is geen drinkwaterkraan meer te vinden, waarschijnlijk in verband met legionella perikelen. Wij hebben geen vuilwater, maar een beetje drinkwater kon er wel bij, dus vulden wij dat aan, want straks liggen we voornamelijk op Marrekrite-plekken waar geen drinkwater voorhanden is (en ook geen stroom). Daartoe kochten wij gisteren van de havenmeester voor 0,80 euro een token, zo’n rond ding met een gat erin, waarvoor wij 150 liter water konden tappen. 

Kwart voor elf. Het is nog steeds mooi weer. Ingeborg gebaart buiten (zij leert mij gebarentaal) dat ik het voorraam open moet doen. We kunnen mekaar anders niet verstaan en ik schreeuw te vaak. De dure draadloze communicatie apparaten (AT 320) liggen werkloos in een hoek gesmeten. De havenmeester kwam naar de pomp gelopen om te informeren naar ons welzijn, of alles naar wens was en om ons uit te zwaaien. Wat een aardige man. Vervolgens probeerde ik weg te varen terwijl we nog vast lagen. Ik denk steeds dat Ingeborg al klaar is met los gooien. We (ik, volgens Ingeborg) communiceren niet goed. Willem vaart al richting brug. Ik moet even foto’s maken van Abel Tasman, Ing, ga jij effe sturen. 

Half twaalf. De Woldbrug voorbij en de Groevesluis Noord, die toegang geeft tot Appingedam, dwars gehad. Appingedam is een heel leuk plaatsje om te bezoeken, dat herinneren wij ons nog van de twee vorige keren dat we daar waren, maar we slaan het nu over.

Het is tien voor twee. We liggen in de Oostersluis, achter ons een diepgeladen zandschip. We gaan niet het Reitdiep op wat we oorspronkelijk wel wilden, maar omdat we met Jan Dijkstra Zeilmakerij te Grou hebben afgesproken de kuiptent donderdag a.s. te komen brengen voor reparatie van een rits en een “naadje” wordt dat jachten en jagen. Derhalve gaan wij overnachten in Stroobos aan het Van Starkenborgh kanaal want daar varen we altijd aan voorbij dus moeten we daar nu maar eens gaan kijken. Het is warm in de sluis, de zon brandt op onze rug. Prachtig weer, weinig wind, dit hadden we de afgelopen twee maanden elke dag moeten hebben, zo hoort dat in de zomer. We zijn beneden, de deuren kunnen open.

Tien over vier. Sluis Gaarkeuken achter ons. We hebben het zandschip voor ons de sluis in laten gaan en varen nu met 9 kilometer per uur achter hem aan naar Stroobos, nog zeven kilometer.

Half vijf. Het mooie weer behoort tot het verleden, geheel bewolkt, nog wel droog. We naderen Stroobos, nog twee kilometer.

Te vijf uur legden wij aan in Stroobos. Langs industriecomplexen aan het kanaal, door de draaibrug die permanent open staat, aan de westkant van het dorp maakten we een draai van 180 graden de sloot langs de Hellingstraat in. Aan de ingang staat een bord dat een diepte aangeeft van 1.50 m. Om de boel te verkennen ging ik er als eerste in. De hele sloot bleek over de gehele lengte en breedte tussen de 2.70 en 3.10 meter diep te zijn, helemaal goed. Wij legden aan pal voor een gereformeerde kerk, langs een graskantje waar gegalvaniseerde stalen palen stonden te wiebelen in het gras. Hier en daar stond een half begraven ronde bolder. Later bleek dat die sloot niet zo’n lekkere plek was door de zuiging van de binnenschepen in het kanaal. De landvasten piepten en kraakten dat het een lieve lust was. Naast de grasstrook loopt de dorpssnelweg waarover regelmatig zware tractoren (je weet wel van die monsters die destijds het Malieveld in Den Haag omploegden) en bovenmaatse vrachtwagens, de maximumsnelheid ruimschoots overschrijdend, brullend langs denderden. Aan de overkant van de sloot een mooi stukje grasland, dat wel. Niet een echt ideale ligplaats maar voor een gratis nagje kon het wel. Het was inmiddels weer droog en warm geworden, geen wind; best aangenaam. Ik ging kijken naar de foto’s en filmpjes die ik gemaakt heb tussen Groningen en Stroobos. Helaas zijn die op onverklaarbare wijze verloren gegaan. Dit vereiste wederom enig gepast vloekwerk. Nu begin ik ook te twijfelen aan mijn geestelijke vermogens, anderen deden dat al langer. Aan de Gereformeerde kerk heb ik niks, want die deuren zitten behoorlijk dicht. Schouders ophalen en doorgaan.

Het is half elf saves. Dit nagje in Stroobos was toch niet graties want er kwam vroeg in de avond alsnog een slonzige jongeman met een opschrijfboekje en een potlood opduiken. Hij kauwde op een dun sigarenstompje (ik dacht eerst dat ie op een chorizo-worstje, je weet wel: zo’n dunne, aan het kauwen was) en vroeg een geldelijke bijdrage van 9 euro opdat Stroobos in de toekomst voorzieningen kan aanbrengen langs dit wallekantje. Dat vonden wij een heel goed doel, hard nodig ook, en betaalden grif. We konden wel stroom krijgen, maar alleen in het haventje aan de andere kant van het dorp. Zo’n lang snoer hebben we niet. Nadat we gegeten hadden, hebben Ingeborg en ik een wandeling gemaakt om te zien wat Stroobos te bieden had anders dan verkeersoverlast. De verbijsterende slotsom moest luiden: niets. Stroobos bestaat uit een soort uitgedijde lintbebouwing langs het kanaal zonder winkels of horeca-voorzieningen voorzover wij konden zien. 3800 stappen vanaf de boot naar de oostgrens van het dorp en terug. Er is wel een prachtige camping aan de oostkant van het dorp, bij het jachthaventje. Het is niet aardig om te zeggen dat je in Stroobos nog niet dood gevonden wilt worden, dus zeg ik dat niet maar het is wel zo.

We zitten TV te kijken. Een oude film: Enemy of the State, met Will Smith, Gene Hackman en de vader van Angelina Jolie, Jon Voight. Weer eens wat anders dan een boek lezen. Als ie afgelopen is gaan we naar bed. Het was een fijne dag. 

Geplaatst in Logboek | Een reactie plaatsen

Herbrum – Delfzijl

DagDatumWindWeer
Zondag
20 augustus 2023
ZW 3 – 4 Bf
Zonnig
VertrekAankomstLogstandMotoruren
07.10 uur
14.00 uur
10.643 km
4841,8 uren
Logboek

Zondag, 20 augustus 2023

Half zeven. Ik sta in de kajuit en kijk naar het hard stromende water in de dode arm, dat naar het watervalletje loopt en daar naar beneden stort. Vlak boven het water hangt damp omdat de dag aanbreekt. Heeft iets te maken met veranderingen in de temperatuur van lucht en wateroppervlak heb ik me laten vertellen.

Kwart voor zeven. Ik wou eigenlijk gaan schrijven maar ik heb nog maar drie kwartier voor we gaan varen, niet de moeite waard. We moeten op tijd vertrekken om tot Leer nog een beetje stroom mee te hebben op de Eems. Ik heb nog steeds geen internetontvangst, wel verbinding maar geen ontvangst. We gaan in Duitsland steeds op plekken liggen waar de netwerken mekaar net niet raken, zo lijkt het wel. Wat een narigheid.

Half acht. We zijn tien minuten onderweg en we liggen voor de sluis van Herbrum. Die staat op dubbelrood. Willem heeft contact gehad op kanaal 22 VHF, ze gaan de “kleine Kammer fertig machen”. De tocht van vandaag  is begonnen, we gaan naar Leer. Het is prachtig weer, de zon schijnt, het is fantasties. Uitzonderlijk mooi weer momenteel, de lucht is helemaal blauw en op de oevers voor de sluis zien we naaldbomen tussen de loofbomen. Ik krijg een vakantiegevoel.

Tien voor acht. We hebben de sluis gehad. Tot onze vreugde is het water niet geel van de rond dwarrelende klei zoals drie jaar geleden. Die troep moet allemaal door je koelpijpen en dat kan niet goed zijn voor de motor. Het is aan het ebben, nou maar hopen dat de stroom mee blijft lopen tot Leer en er nog genoeg water staat in de rivier de Leda. Vanaf die rivier moet je door een grote sluis Leer in. Bij laagwater draait ie niet omdat anders Leer te hard leegloopt. Ik vrees dat het niet gaat lukken, als ik de snel droogvallende oevers van de Eems zie.

Acht uur. We lopen 10 km door het water en 13,9 km over de vloer. Dat gaat lekker. We hebben nog flink de stroom mee, maar dat zal het laatste staartje van de stroom zijn gezien de lage waterstand.

Ik was te pessimistisch. Tien voor half negen. De snelheid loopt op tot 16,8 km per uur. We gaan steeds harder. Wat betreft de waterkwaliteit was ik te optimistisch: we varen nu door een dunne zwartgrijze baggerpap. Ik hoop maar dat de pijpen niet verstopt raken. Dit is niet normaal en echt de laatste keer dat we dit traject hebben gekozen. Blij met de snelheid maar de pap hoeft van ons niet. Je ziet de blubber rond het schip kolken. Willem komt over de marifoon: als het zo nog effe doorgaat kunnen we beter doorvaren naar Delfzijl want met deze stroomsnelheid schiet het op de Leda straks ook niet op en kom je Leer niet meer in. Ok. We varen door naar Delfzijl, waarbij we dan ongeveer vanaf Emden de stroom tegen zullen krijgen, maar dan is het water in ieder geval wel “schoon”.

Bij Papenburg waar die “mooie”, grote cruiseschepen worden gebouwd op de Meyer Werft loopt de snelheid op tot boven de 17 kilometer, het is gewoon eng; straks vliegen we uit de bocht. De rivier wordt na de werf breder, maar je vraagt je toch af hoe ze die monsters vanuit die prutsloot op diep water krijgen. Het water blijft modderig. Er zit zoveel bagger in het water dat het logvinnetje vast is gaan zitten. We komen baggerschepen van de firma Hegemann tegen die achter elkaar hier permanent de boel op diepte moeten houden. Het is een smeerboel. Naarmate Laagwater nadert vliegen we er steeds harder overheen. We zouden bij Leer geeneens de bocht kunnen nemen, zo hard gaat het. Ingeborg merkt op: we trekken wel van Leer, zeg! Ja, we trekken van Leer maar we gaan niet naar Leer; ik krijg nu een leeg gevoel bij de gedachte aan Leer.

Tien voor half tien. Ik ben van 1700 toeren naar 1800 toeren gegaan, eens kijken of ik De Laga die met 1600 toeren iets was uitgelopen, kan inhalen. We lopen nu vermoedelijk 12 tot 13 kilometer per uur door het water. Maar over de grond geeft een leuker beeld: 18,5 tot 19 kilometer per uur. Lache man. Zonde om dit stroompje te laten lopen.

Half tien. Ik passeer Leer, we zagen geeneens de afslag! Nog steeds 18 km per uur, bij 11,5 door het water; bij Leer doet het logvinnetje het weer. Het water is nog steeds vies. Ik vrees wel dat het water in één klap tot stilstand komt ergens vóór Emden, hopelijk zitten we tegen die tijd weer op het wijde water.

Kwart voor elf. We varen nu op de Unter Ems, vlak voor Emden. De stroom is gestopt. Nu pas zie je binnenvaartschepen de Eems opvaren, de enige beroepsvaart die we zagen waren de schepen van Hegemann. De snelheid door het water en over de grond zijn gelijk aan elkaar. Het is stil water en zometeen krijgen we de stroom tegen. Nog een kilometer of 15 naar de havenhoofden van de buitenhaven van Delfzijl en als we daar zijn krijgen we tot de sluis de stroom weer mee. Eenmaal door de sluis komen we voorgoed op het zoete water van het Eemskanaal; goed voor de koelpijpen en slecht voor de kokkels. In de verte ligt aan bakboord het plaatsje Ditzum, dat ziet er leuk uit, zouden we weleens willen kijken. Ik maak fotootjes op telestand.

Vijf over elf. Nog maar 7,5 kilometer door het water en 11 kilometer over de grond. Dat wordt nog erger straks. Het is altijd wat met die eb en vloed. Ik kan wel janken: “Himmel hoch jauchzend und zum Tode betrübt” oftewel: Jantje lacht, Jantje huilt. We gaan straks achter de groene tonnen varen, dan zitten we de beroepsvaart die er niet is, niet in de weg. Dan zitten alleen de jachtjes die er in groten getale wel zijn elkaar in de weg, lekker achter de boeien, wie heeft voorrang, wie moet wijken? Altijd leuk.

Het is half één geweest. We hebben een boterhammetje gegeten. Ik heb op het dak een hele vlaggenexercitie achter de rug: de Duitse gastenvlag weggehaald en vervangen door de Marrekrite-vlag 2023 en ik heb ons clubvlaggetje dat ietwat rafelig was geworden vervangen door een nieuw exemplaar. De zee is vlak en het is prachtig weer, zonnetje erbij en warm. We komen zo dadelijk tussen de havenhoofden van Delfzijl waar wij ons koelte laten toewuiven door de talrijke windmolens op de zeedijk. We zijn weer thuis.

Kwart voor één. We zijn binnen. Toerental teruggezet op 1500 en hebben stroom mee, een kilometertje of twee.

We zijn door het hele smalle, maar wel lange, jachtensluisje naast de grote sluis naar binnen gegaan. We hoopten aan de kade direct na de sluis te kunnen aanleggen, maar dat ging mooi niet door, vol met beroepsvaart. We moesten naar de Abel Tasman jachthaven, waar we een prachtige box kregen, aan zo’n mooie lange vingersteiger van gerecycled kunststof. We werden door drie man opgevangen, nog nooit vertoond. De havenmeester bood ons een nog mooiere ligplaats aan, maar we vonden het wel goed zo. Het liggeld bedroeg 17,20 euro, alleszins redelijk. Om op de geslaagde afloop van de vakantie die nog niet is afgelopen te proosten namen we bij ons in de kuip een vastmakertje. Heel gezellig.

Saves zijn we uit eten gegaan in restaurant “De Boegschroef”, een prettige tent met een groot terras aan de buitenhaven, waar een heleboel oorlogsschepen van verschillende nationaliteit lagen. Er lag van alles door elkaar: vissersschepen, oorlogsschepen, jachtjes. Het was een gezellige chaos zo te zien. Het eten was goed, ik had eindelijk weer eens een keer mosselen met frites en dingen, de anderen schnitzels en dergelijke, met als toetje een bak ijs. Achter ons zat een groepje Canadese kerels met grote baarden en met dezelfde shirts met korte mouwen aan, onder de plakplaatjes, die luidruchtig zaten te praten. Ik dacht eerst dat het bikers waren. Op een gegeven moment draaide ik me om en zei dat ze tamelijk “loud voices” hadden en of ze dat een beetje konden dimmen. Eerst bleef het even stil en ik bereidde me al voor op een dreun voor mijn harses van de dichtstbijzijnde Canadees, maar toen begonnen ze te lachen, waren het met me eens en de dichtstbijzijnde knoopte een gesprek met me aan terwijl de rest gewoon doortetterde. Het bleken hele geschikte gozers te zijn waar je goed mee kon praten. Canadezen spreken heel goed Engels en ik toevallig ook, dus we konden mekaar goed verstaan. We hadden het over hun werk, maar daar kan ik niet veel over vertellen vanwege het vertrouwelijke karakter binnen het huidige geopolitieke kader, waarbinnen zij moeten opereren. Het waren namelijk allemaal duikers bij de Canadese marine, die overgevlogen waren voor oefeningen op de Oostzee met de Baltische staten, maar nu heb ik al teveel gezegd. Toen we klaar waren met eten en naar de boot terug gingen heb ik ze bedankt voor het gesprek en heb ik ze namens de hele westerse wereld vooral ook bedankt “for their service”. Nou, dat vonden ze helemaal prachtig. Lache man.

Terug op de boot namen we op de Laga nog een tweede toetje: Joke maakt namelijk een heerlijke, toffe Irish Coffee en dat gingen we doen. Dit was het perfecte einde van een perfecte dag. Eigenlijk ook een mooie afsluiting van deze vakantie alhoewel we nog lang niet thuis zijn. Dat wordt pas half september. Ik zit me opeens af te vragen of ik tot die tijd moet blijven opschrijven wat we allemaal (niet) doen. Waar moet ik het over hebben in godsnaam? Afijn, nu is het half tien en Ingeborg staat onder de douche en ik ga als zij klaar is het laatste warme water opmaken. Daarna nog even Nederlandse Televisie kijken en dan naar bed. Het was een fijne dag.

Geplaatst in Logboek | Een reactie plaatsen

Oldenburg – Herbrum

DagDatumWindWeer
Zaterdag19 augustus 2023Zon tot 10.15 uur daarna regen
VertrekAankomstLogstandMotoruren
07.35 uur17.00 uur10.575 km4835,1 uren
Logboek

Zaterdag, 19 augustus 2023

Half acht, we gaan. Willem had een uur geleden al geappt: “Wakker, we gaan!” Jammer dat ik dat niet meteen “mee kreeg” want dan waren we al tien kilometer verder geweest. Ik zat vanaf half zeven te tiepen, zie je. Ik loop hopeloos achter. Afijn, we gaan los. We zwaaien naar Witte de Wit en we trekken achteruit. Ik kan m’n verhaaltje wel op mijn buik schrijven. Oh ja, we kregen op de valreep van Willem weer twee punten kwarktaart aangereikt en het is pas zaterdag!

Deze dag kent een stroeve start. We liggen voor de sluis van Oldenburg te wachten. Toen we daar aankwamen lag er al een vrachtschip, de Elka, te wachten. Die moest eerst. Toen die eruit was kwam in de verte een tweede vrachtschip, de Tremonia, tergend langzaam aanvaren en die was “tweeds”. Wij hadden het nakijken en waren “derds”. Drie boten die ook in Oldenburg lagen, waaronder de Witte de Wit, sloten inmiddels bij ons aan. Het is inmiddels half negen, we zijn nog niets opgeschoten. Leer halen we vandaag niet.

Negen uur. De sluis is leeg en de deuren gaan open, traag als dikke stront. De sluismeester zal ons een seintje geven over de marifoon als we naar binnen mogen. Gelukkig is het droog, schijnt de zon en is het windstil. Lekker weer, deurtjes open. Ik heb ondertussen nog wat zitten schrijven. Ah, daar is de sluismeester over de marifoon: “ja, die Sportboote, die können jetzt einfahren, ja.” Danke schön.

Half tien. Sluis Oldenburg verlaten. We lopen 10 kilometer per uur, bij 1400 toeren. Het is moeilijk varen op de automaat in dit betrekkelijk smalle kanaal, waarvan de beschoeiing grotendeels bestaat uit stalen damwanden. De vrachtboten voor ons varen langzamer; we gaan op ze inlopen. De Wing V vaart “op kop” van de kleine vloot, dat wil ze eigenlijk liever niet. Ze heeft het gevoel dat ze in haar nek gehijgd wordt.

Half elf. Het is begonnen te regenen. Het is klam en klef binnen en buiten. We zweten en er zitten hier steekvliegen, Duitse steekvliegen die dwars door je shirtje heen steken. Ik kreeg van Witte de Wit net een paar filmopnamen van in de sluis. Hij heeft een permanente filmcamera op zijn mast. Bedankt, Frits. Worden deze winter verwerkt.

Elf uur. Het schroefwater in het Küstenkanal is geelgroen. Dat wou ik maar even zeggen. We krijgen nu koffie.

Tien over elf. Het regent niet meer.

Half twaalf. We zijn de Tremonia, zwaar geladen schip van 80 meter lang, gepasseerd aan zijn bakboordzijde. Dat was even spannend. Gelukkig werkte de schipper mee.

Twaalf uur. De Elka was een lastiger noot om te kraken. We moesten achter hem blijven totdat het kanaal wat breder werd. Het schip bleef zijn snelheid van ongeveer 7 à 8 kilometer behouden, maar ondanks dat ook deze schipper meewerkte door iets naar stuurboord te gaan kwamen wij er nauwelijks voorbij. De zuiging was enorm. Ik moest 2000 toeren draaien om tergend langzaam voorbij te komen. Het leek uren te duren en het zweet brak mij wel uit! Als op dat moment de motor zou zijn uitgevallen zou de catastrofe (met al die boten achter ons) niet te overzien zijn geweest. Afijn, dat hebben we ook weer gehad. Moving on.

De “vloot” achter ons had de smaak te pakken en zij haalden ons na de inhaalmanoeuvre met de Elka één voor één in. Goed zo.

Om half vier arriveerden wij bij de sluis van Dörpen, waar twee van de hardlopers al lagen te wachten op sluisbediening. Tot nu toe is het behoorlijk bewolkt gebleven, het heeft af en toe geregend en het is onaangenaam drukkend warm. De sluis gaat snel. We kunnen na tien minuten alweer uitvaren. Het schroefwater is nu urinegeel en strontbruin, wat een vies kanaal, zeg. Het is een kaarsrecht stuk van vijf kilometer naar de scherpe bocht die we moeten maken, het Dortmund-Eems kanaal op naar het noorden toe. Over de gehele lengte van het Küstenkanal waren de oevers dicht begroeid met struiken  en bomen, hier en daar onderbroken door open stukken met woningen, daar zaten hele mooie bij en hier en daar wat industriële bebouwing natuurlijk.

Kwart over vier gingen we de bocht om, een erg scherpe. Dat ging prima.

Het is vijf uur en we naderen de paalplaats. We gaan in een dode arm van de Eems liggen, vlak voor de sluis van Herbrum. De Laga steekt daar zijn paal in de prut en wij gaan tegen hem aanliggen. Ik kan hier mooi mijn verhaaltje afmaken.

Kwart voor negen. Joke en Willem nodigden ons uit om een heerlijke, rijk gevulde tomatensoep te komen eten. Hij was echt heel lekker. Met toastjes met kaas en salade, lekker hoor. We liggen op een sterke stroom die een paar honderd meter verderop over een dam, naast de sluis van Herbrum, naar beneden dondert. Dus geen eb en vloed nog hier. Je paal- en/of ankergerei moet hier wel heel goed in orde zijn. De internetontvangst op deze plek is hopeloos, bedroevend en om wanhopig van te worden. Zelfs met Linda telefoneren lukte niet. We drinken nog een glaasje en dan gaan we naar bed. Waren er nog sjips? Ing zegt weet ik niet, eet ik niet. Kijk zelf maar. Er waren er nog een paar maar ik kreeg ze niet op.

Tien uur gingen we naar bed en we vielen meteen in slaap, nadat ik een beginnetje had gemaakt met deel 6 van Erika Foster. Morgen weer een dag. Deze was een fijne, ondanks het Küstenkanal.

Geplaatst in Logboek | Een reactie plaatsen

Oldenburg 2

Vrijdag, 18 augustus 2023

Dit wordt een relatief korte, let op: het is kwart over zeven in de haven van Oldenburg. Vijf uur wakker, het was hartstikke donker. Je kan merken dat de dagen korter worden. De dag is weer begonnen. Het is geheel bewolkt en er staat een windje dat de kuip binnenkomt. Het is niet warm. Dit is geen zomer. Jammer. We gaan vandaag maar een deurtje verder. Hoe laat we losgooien weten we nog niet. Daar hebben we het gisteravond met Willem wel over gehad: wanneer moet je hier nou weg. We hebben een lang stuk Küstenkanal voor de boeg, van een kilometer of vijfenzestig. Op een uur varen na de Oldenburg sluis is een aanlegplaats – nur für Sportboote – waar we drie jaar geleden heel genoeglijk gelegen hebben met drie schepen, Mans was er toen ook bij met de HA 12. Ik weet nog dat we bij de borrel tussen de Laga en de HA 12 met de hijskraan van de Laga hapjes hebben uitgewisseld. Joke en Willem serveerden rauwe wortelen. Dat staat op 6 minuten van onderstaand joetoeb-filmpje. 

Naar dat plekje zouden we vanochtend nog heen kunnen gaan en dan morgen naar Leer en overmorgen naar Delfzijl, maar het komt allemaal niet zo gunstig uit op de Eems morgen, met de stroom, als we naar Leer of Delfzijl willen, we krijgen als we daar zijn de stroom dan flink tegen. Willem heeft dat allemaal al uitgezocht. Misschien moeten we maar enigszins vertragen en het varen naar de vroege ochtend verschuiven, als je begrijpt wat ik bedoel. We zullen zien. Ik ga nu maar weer even schrijven, aan 14 augustus.

Kwart over tien. Ik ben klaar met stukje over Cux naar Helgoland. We liggen nog steeds in Oldenburg. Het water zakt. Vroeger lag je hier aan de grond met laagwater. Met laagwater kwam je niet eens de haven in. Nu staat er twee meter water en we steken één meter veertig, we hebben nog een beetje te gaan. Ik denk niet dat het nog veel verder zakt. Dat betekent dat we vanmorgen hadden kunnen weggaan. Als hadden komt is hebben gegaan. We krijgen nog een bak koffie. Straks maar even wandelen in de stad.

11.00 uur. We gaan naar de Aldi. Schappen doen. De dieptemeter geeft zes meter aan. Dat betekent dat we de bodem naderen want als de dieptemeter gaat pendelen tussen de 0 en de 10 meter dan weet je dat er nog maar een heel klein beetje water tussen de bodem en de gever zit. We horen geborrel buiten en onder de boot. Oh, kijk, hij geeft nu drie streepjes aan: het is definitief, we liggen in de bagger. We gaan vanmiddag om een uur of vier weg, door de sluis het Küstenkanal op en zoeken dan een plek op waar we kunnen overnachten. Het is grauw buiten, bewolkt, niet zonnig, maar het is niet koud dus ik trek geen jas aan anders ga ik zweten tijdens de wandeling.

Tien over half twee. We zijn weer een beetje tot rust gekomen na de wandeling van 5000 stappen naar de Aldi, ergens aan de buitenkant van Oldenburg. We moesten het kanaal over en liepen door aardige straten met mooie woningen, een beste tippel. Vooral terug is het stevig duwen tegen een volle, zware boodschappenkar. Het voetpad en het fietspad liggen hier tegen elkaar aan, zonder stoep ertussen, dus je wordt af en toe van de sokken gereden door een fietser; goed geregeld. Terug op de boot gaan we aan de opbak-broodjes van de Lidl uit Nederland beginnen. Het Duitse brood zweren wij af. Ik zit te lezen in Erika Foster, deel vijf van de serie. Ik zie een duidelijk uit de vorige delen terugkerend patroon, sjabloon kan je ook zeggen. Robert Bryndza is geen Baldakki, meer een soort Appie Baantjer waar ik mee gestopt was want na honderd afleveringen kon ik de rest (drie of vierhonderd?) niet meer hachelen. Eigenlijk moet ik verder schrijven om een inhaalslag te maken, maar ik heb weer geen zin. Het is warm buiten, in feite mooi weer. Beetje een zonnetje erbij, de wind in de kuip is nu juist aangenaam. NDR Schlager erbij en we voelen ons “im Norden zu Haus”.

Geplaatst in Logboek | Een reactie plaatsen

Bremerhaven – Oldenburg

DagDatumWindWeer
Donderdag17 augustus 2023 JaRegen, bewolkt, koud
VertrekAankomstLogstandMotoruren
09.45 uur14.45 uur10.541 km4827 uren
Logboek

Donderdag, 17 augustus 2023. Tien voor negen. Ik was al vanaf kwart voor zeven aan het werk. Stukje geschreven, met foto’s gegoocheld en wat fotootjes naar Marijn en Riet gestuurd, toen een enorm schip van de Schiffahrtspolizei, een joekel van een sleepboot annex boeienlegger, naast ons verscheen. Ik schrok me dood. Hij kwam akelig dichtbij, bleef stilliggen, dus wij dachten dat ie op onze plek wilde. We lagen ingesloten. De kapitein ging communiceren over onze hoofden heen met “het meisje van gisteren” dat inmiddels op de kade naast ons was verschenen. Zij verweet ons dat we om 08.00 uur niet weg waren. Ik verweet háár dat ze het niet over twee schepen had gehad, alleen over Groothertogin Elisabeth, die vanochtend zou komen en niet gisteravond, kortom: dat ze beter moet informeren en communiceren. Daar wilde zij niet aan en ze liep gewoon door. De jongens van de sleepboot bleven kalm en trokken zachtjes achteruit. Ik dacht om ons de gelegenheid te geven weg te komen, wat we dan ook deden. We gingen aan het eind van de haven liggen waar ruimte genoeg was. Ondertussen bleef de sleepboot achteruit varen en ging dus niet op onze plek maar verderop naast de sluis liggen. Met andere woorden om met Shakespeare te spreken: “much ado about nothing”, oftewel veel gelul om niks. Ik weet nou nog niet waar dit allemaal over ging. Nu gaan we liggen wachten op laagwater, nog een uurtje dus.

Kwart over tien lagen we in de sluis, samen met de “Verandering”, een Nederlandse platbodem met gasten, die achter ons lag en nu een toertje op de Weser gaat maken in de stromende regen. Man, man, wat een wolkbreuk weer. We zijn precies op tijd om de volle porren stroom mee te pakken naar Oldenburg, waar het Küstenkanaal begint. We zakken een behoorlijk eind in de sluis.

Half elf. Het is mistig op de rivier, slecht zicht, ik doe de navigatieverlichting aan. De regen is minder geworden. We varen met 12 kilometer per uur over de grond nu dwars van een bedrijf waar Airbus op staat. Veel industrie hier. De rivier is erg breed en er varen zeeschepen. Het logvinnetje zit weer eens vast, ik kan dus de snelheid door het water niet zien. Tot de sluis deed ie het nog, ik snap het niet.

Kwart over twaalf. We zijn bij het plaatsje Brake. Aan stuurboord zien we een lelijke fabriek en aan bakboord een lieflijk strand met mooie huizen, een aardig contrast en ondertussen scheuren wij voort met een snelheid van 14,6 kilometer over de vloer. Richting Elsfleth, waar we stuurboord uit afslaan, de rivier de Hunte op naar Oldenburg. Ik hoop maar dat de stroom goed door blijft staan tot we daar zijn. Hij moet niet stoppen want dat vinden wij niet fijn. Brake zelf ziet er vanaf het water best aardig uit, als we die fabriek eenmaal voorbij zijn.

Kwart voor één hebben we weer een bak koffie achter de kiezen en varen wij de Hunte op, nog steeds met het stroompje mee. We stevenen af op het Sperrwerk dat altijd openstaat, de twee kleppen staan altijd omhoog.

Half twee. De stroom loopt nog steeds mee. De rivier wordt hier smaller, ter hoogte van de Huntebrückerstrasse. Ik moet nu weer aan Frankrijk denken, al die bruggen, schuine oevers, en dat soort dingen. Een boot komt ons tegemoet. Nu moet ik sturen, want Ingeborg moet eten maken voor zichzelf. Ik heb al een boterhammetje gepakt. De jachthaven van Elsfleth bestaat overigens uit twee nogal iel uitziende steigers, die langs de oever van de rivier drijven. Daaraan gaan wij niet liggen. Het moet Oldenburg wezen, daar wilden wij een kijkje nemen; we zijn er altijd voorbij gevaren. Het schijnt een mooie stad te zijn.

15.00 uur. We liggen aan een steiger in de kom van de jachthaven van Oldenburg. Dat kan nu omdat het hoog water is. Vannacht liggen we dus vast in de prut. Het was een leuke tocht vandaag, beetje somber, het heeft geregend, geen zon. Maakt niet uit, we liggen weer.

18.00 uur. We hebben betaald door een envelop te vullen met contant geld aan de hand van de aangegeven tarieven per meter. Het kost hier 1 euro per meter plus 2 euro (administratiekosten?), dit is exclusief elektries. Er is wel elektries maar daar moeten muntjes in. Water is er ook, maar dat is geen drinkwater, staat er op een bordje. Dat schiet lekker op. Op de kant is er een toilet met een aparte code. De code staat vermeld op het prikbord naast de kast voor de gevulde enveloppen. Verder is dit een prima beveiligd haventje: voor de poort is ook een code nodig. Nadat we gesetteld waren zijn we met z’n vieren wezen wandelen naar het stadscentrum. Het is inderdaad de moeite waard om een wandeling door het centrum te maken, alhoewel ik er iets meer van had verwacht, qua historische panden en dergelijke, bovendien was de kerk gesloten. Heel veel drukke, gezellige winkelstraten, dat wel. Moe maar voldaan geraakten wij terug op onze respectieve boten. 

Wij aten saves een restje nazi (ik) en Ingeborg een bordje sla. Lekker hoor. Morgen gaan we om 08.00 uur op weg naar de sluis van Oldenburg, het Küstenkanaal op. Het was een fijne dag.

Geplaatst in Logboek | Een reactie plaatsen

Helgoland – Bremerhaven

DagDatumWindWeer
Woensdag16 augustus 20231 – 2 BfDicke Wellen bij windstilte
VertrekAankomstLogstandMotoruren
09.10 uur 17.00 uur10.540 km4821,3 uren
Logboek

Woensdag, 16 augustus 2023. Half zeven. Ik ben gebroken omdat ik om vier uur er wéér uit moest, om te piesen ditmaal. Toevallig bleek op dat moment een tweede ligger zich aan te dienen, tegen de schoener aan. Gelukkig was dat niet zo’n grote. We liggen nu vier dik aan een touwtje van de Laga. Ik heb meteen maar een op de achterbolder piepende spring vervangen door een landvast met een veer erin. Had ik eerder moeten doen, was beter geweest voor de nachtrust.

Tien voor negen. De buren zijn allemaal vertrokken, de zware Belg en het andere bootje,  na zich te hebben verontschuldigd voor de veroorzaakte overlast. Zie je wel: beschaafd. Aardige lui. Ze gingen bunkeren. Ik ben niet gaan schrijven vanochtend. Ik heb er geen zin in. Weer niet. Ik ben gewoon gaan genieten, lekker lezen in mijn stoeltje in het zonnetje, met Willem praten over de route van vandaag en dat soort dingen. Wanneer het hoogwater is bijvoorbeeld, dat is om 13.00 uur. En NDR Schlager “zu hause im norden” natuurlijk, hè?

Kwart over negen. We hebben bij nader inzien besloten voortijdig te vertrekken, gewoon een tijdje tegen de stroom in naar Norderney, kilometertjes maken. We zijn nu bezig te ontmeren en de haven te verlaten. 

Half tien. We zijn buitengaats, voorbij het eiland. Het waait nauwelijks maar het schip gaat vreselijk tekeer in een wirwar van enorme deining-golven die rond het eiland wervelen. We moesten meteen de stabilisatoren aandoen om niet tegen het plafond gesmeten te worden. We stomen op met wat zeilboten die hun grootzeil als stabilisator gehesen hebben. Er valt voorlopig niet te zeilen want er staat praktisch geen wind. We koersen af op de grote Diepwater route waar we een enorme containerbak zien aankomen, de Ever Aim. Het ding is 400 meter lang en 60 meter breed. Die zal ruimschoots voor ons langs gaan, daar hebben we geen last van. We moeten nog een paar tonnen ontwijken, waar we door de stroom naar toe worden gezet. We hebben 2 kilometer stroom tegen en het is hier 40 meter diep. Ik hoop dat de zee straks wat afvlakt. Dat zou wel fijn zijn want dit is niet lang vol te houden zo, vrees ik. Een Nederlandse motorboot met een registratienummer (kan sneller dan 20 km per uur) is gelijk met ons vertrokken maar verdwijnt al snel aan de horizon. Die is in deze zee in het voordeel door zijn snelheid maar ook weer in het nadeel doordat zijn tank die hij hier zojuist heeft gevuld op Norderney leeg zal zijn. We lopen 10,5 door het water, terwijl we 1800 toeren draaien, dat is echt nodig voor het comfort. Koffie zetten is er nog niet bij. We moeten op onze stoel blijven zitten, anders gaat het niet goed.

Half elf. Ik moet even een update geven want we zijn sinds een half uurtje van koers veranderd: ongeveer 90 graden bakboord uit de flank. Willem stelde voor toch maar richting de monding van de Weser te gaan. Wij waren het met hem eens. Dit is niet te doen, we houden dit geen 6 uren vol. De korte deining blijft dwars inkomen, ook toen we Helgoland vrijgevaren hadden. Het rollen wordt wel opgevangen door de stabilisatoren maar de andere bewegingen zijn te veel van het goede voor ons. We komen nergens aan toe, geen koffie, niks. Dan maar voor de deining uit naar het zuiden, wat evengoed nog geen pretje is. Wij snappen werkelijk niet waar deze zee vandaan komt. Het is praktisch windstil en die zee blijft ons maar alle kanten op gooien. Er moet ergens in het noordwesten een storm hebben gewoed, of zoiets. We hebben nu de deining bakstag inkomend op de kont, het zijn echt waterbergen waar we vanaf zeilen en de automaat kan het nauwelijks aan, dus ik ben maar met de hand gaan sturen. Verder gaat alles goed, de zon schijnt tussen de wolken door. De Evergreen Aim blijft met ons meelopen. Volgens de AIS loopt ie nu net zo hard als wij, iets langzamer zelfs.

Half één. We zouden moeten gaan eten om half één. gaan we niet doen anders kotsen we alles er weer uit. We varen nu op de ondiepten van de Wesermonding. We hebben alweer twee nieuwe koerswijzigingen gehad. Toen we namelijk dichter onder de kust kwamen leek de deining af te vlakken tot aanvaardbare hoogteverschillen en dus bogen we na overleg weer af naar het westen, richting Norderney. We zouden de stroom nog voldoende mee hebben om deze beslissing de moeite waard te maken. Whatamistaketomake. De golven bleken nog erger te zijn, dus na een tijdje bogen we definitief terug af naar Bremerhaven, via de hoofdvaargeul van de Weser. De teerling was geworpen: we gaan binnendoor, goddammit. Ik neem gas terug en laat de Laga voorgaan. Het is prachtig weer. De zon schijnt en we naderen de over een paar ondieptes de hoofdvaargeul, daar gaat de vloedstroom harder naar binnen volgens Willem. Helemaal goed. Misschien halen we Bremerhaven nog met stroom mee. Ik denk het niet, maar je weet het nooit.

Half twee. Eindelijk, nu pas, wordt het water rustiger, de deining neemt af. We zitten tussen de banken, vandaar. 

Half drie. Het is nu officieel: de vloedstroom is tot stilstand gekomen. We hebben nog 23 kilometer te gaan. Rond half zes zullen we in Bremerhaven aankomen.

Kwart voor vijf. We naderen de Schleuse Neue Haven, de deurtjes staan al open meldt Willem. Ingeborg gaat de stootwillen en de landvasten klaarmaken terwijl ik de Wing V schuins over de vaargeul tegen de stroom in richting sluis stuur. De ebstroom is meegevallen.

Vijf over acht. Sinds we in Bremerhaven zijn aangekomen hebben we op het achterdek van de Laga zitten palaveren onder het genot van een borrel en een hapje. Het blijkt hier feest te zijn. We vielen met ons neus midden in de “Maritieme Dagen Bremerhaven”, compleet met een reuzenrad en een “Streetfood Festival”. Duizenden mensen lopen over de kades rond de haven de historische schepen te bewonderen en te genieten van de “herrie” eromheen. En wij maken daar nu onderdeel van uit want de jachthaven lag vol en we gingen gewoon achter de Mare Frisium uit Franeker aan de openbare kade liggen om ons ook te laten bewonderen. Na een tijdje kwam een aardig meisje “van de organisatie” ons laten weten dat we morgenochtend moeten wegwezen want tussen 08.00 uur en 10.00 uur komt de “Grossherzogin Elisabeth” op deze plek liggen. Je moet echt weg, hoor, zei zij, want hij drukt je zo plat. Tuurlijk, meid, no problem, komt voor de bakker, gaan we doen.

Half tien. Willem, Ingeborg en ik gingen hebben een wandeling gemaakt rond de haven. Het is één grote feestelijke bende met optredens en vooral veel vreettenten en prachtige schepen. Ik maak veel fotootjes van alles. We eten en drinken nog iets. We gaan zo naar bed.

23.00 uur. We hebben weer een avontuurlijk gevuld half uur achter de rug. We wilden net naar bed gaan, ik had mijn pyama al aan, toen een hoge muur geruisloos langs ons schoof, die kwam door de brug de haven in, niet door het sluisje dus, dat kon niet. Het was de Grossherzogin Elisabeth. Bij de sluis had ie de ruimte om te keren en toen kwam hij terug, dreigend op ons af. Godver. Daar ga je dan, Bremerhaven met je goede communicatie, maar niet heus. Er was nog een enorm stuk kade leeg vóór ons waar hij kon liggen, maar voor de zekerheid maakten wij dat we wegkwamen. Joke en Willem lagen al in bed, maar kwamen ook aan dek toen ik de motor startte. Ik voer voor de groothertogin langs om haar heen, de haven in, terwijl de kapitein het nodig vond een aandachtssein te geven in de stilte van de nacht, omdat ik voor hem langs wegdraaide. Toen ik langs de brug van het schip voer, riep ik geïrriteerd omhoog dat ie pas morgenochtend verwacht werd. Ingeborg riep mij tot de orde, anders was ik nog effe verder gegaan. Ik moet me niet zo opwinden, ik weet het. Ze meerden af ruim vóór de Laga, maar die had ook al losgegooid. Ik riep tegen  Willem dat ie wel weer terug kon gaan liggen op zijn plek en ik dan tegen hem aan. Zo gezegd, zo gedaan. Mooi, hoeven we morgen ook niet om 08.00 uur weg te wezen en kunnen we rustig het laagwater afwachten om de Weser op te gaan, de binnenlanden in. Wat een zenuwetoestanden, wat een eikels. Nu gaan we echt naar bed, verder lezen en slapen. Het was een fijne dag. 

Geplaatst in Logboek | Een reactie plaatsen

Helgoland 2

Dinsdag, 15 augustus 2023

Ik stond om zes uur al in de kuip te genieten van het prille ochtendzonnetje toen Willem ook naar buiten kwam en voorstelde om nu maar vast om te varen naar de binnenhaven waar de tanksteiger van Jörn Rickmers zich bevindt. Misschien zijn wij dan als eersten aan de beurt als de pomp om acht uur open gaat. Zo gezegd, zo gedaan. Om half zeven voeren we de Südhafen uit, zee op, bakboord uit langs de pier naar de noordelijker op het eiland gelegen binnenhaven. Drie jaar geleden is die havenkom gerenoveerd met nieuwe kademuren voor de ferries die hier parkeren. De rotsige ondiepte in het midden van de haven is ook verwijderd. Als je daar naar binnen vaart zie je helemaal in de hoek aan bakboord een kleine steiger met twee dieselterminals, waaraan nauwelijks plaats is voor onze boten. Het zou net kunnen, ware het niet dat er al een kajuitjachtje, een midget 24, lag. Willem legde aan en wij tegen hem aan. We lagen nog niet of er kwam een man, een local, boven ons op de kade vertellen dat het streng verboden is dubbel te gaan liggen. “De baas” zou dan heel erg boos worden en de diesel konden we op ons buik schrijven. Oeps, dat moesten we niet hebben – danke für die Warnung – dus gingen we maar tegen de kademuur liggen haaks naast de pompsteiger met de achterkant naar de steiger gericht, zodat we ons achteruit konden trekken zodra de midget was vertrokken, want die zou toch eerder klaar zijn met tanken dan de Laga. Het wachten duurde lang. Ondertussen kwamen nog vijf boten de haven in om te bunkeren. Ze lagen zenuwachtig om elkaar heen te draaien. Eindelijk was het dan zover. Om acht uur werden de pompen aangezet door “de baas”, die vanaf de kade instructies riep hoe men te werk diende te gaan bij het tanken. De Midget was al gauw klaar en weg. Wij startten de motor en schoven voorzichtig langs de muur achteruit naar de steiger waar Joke klaarstond om ons op te vangen, terwijl Willem intussen aan het tanken was. Maar dat feest ging niet door. De baas begon te schreeuwen dat dit niet was toegestaan; wegwezen en achter je maat aansluiten als die klaar is. Vervolgens riep ie een kleinere zeilboot dat die kon gaan tanken op het plekje van de Midget. Lekker dan. Dat gebeurde. Daarna nog een klein motorbootje en een andere zeilboot, ondertussen bleef Willem maar bezig. Na bijna een uur was hij pas klaar en vertrok, terug naar de Südhafen. Eindelijk konden wij aanleggen, helemaal met de preekstoel tegen de muur, zodat een andere motorboot achter ons kon gaan liggen. Die stak van achter een eind buiten het steigertje uit. Je snapt gewoon niet dat die steiger niet twee keer zo lang was gemaakt. Knullig geknoei. Wij tankten 1083 liter, dus dat duurde ook bijna drie kwartier. We zijn weer vol en kunnen de rest van het seizoen doorvaren. Na 1235 euro te hebben afgetikt (1,14 per liter) konden ook wij om tien voor tien terug naar de Südhafen, waar de Laga reeds op zijn oude plek aan de muur afgemeerd lag. Van de hele tankexercitie zijn geen foto’s gemaakt, dat zijn we compleet vergeten in de commotie.

Na het tankavontuur begon het spectaculair te regenen en te onweren. Ik kromp inéén bij de eerste knal; die was 200 decibel volgens mij. Na de koffie klommen Willem, Ingeborg en ik met het boodschappenkarretje tegen de muur op en gingen betalen op het havenkantoor. We werden in verband met corona (!) één voor één binnen geroepen, lache man. Het liggeld verhield zich prima tot de niet voorhanden zijnde voorzieningen: 13 euro plus 2,75 p.p. toeristenbelasting per nacht. Ook in deze haven hebben de taken van de havenmeesters een vrijwel uitsluitend financieel-administratief karakter. Na de havenautoriteit brachten we een bezoek aan één van de vele drankwinkels waar we een aantal drinkflesjes hebben gekocht. Geen wijn en geen bier want dat had deze winkel niet.

Rond half één werden door drie of vier grote toeristenboten zeker meer dan duizend mensen op het eiland losgelaten voor een dagje uit. Dat zag er bijzonder uit, zoals ze over de kaden stroomden richting stadje. Ik moest denken aan rijen ontscheepte asielzoekers op Kos of Lampedusa. De middenstand van Helgoland had vandaag een goede dag.

Voor de lunch maakte ik weer twee vieze Duitse boterhammen lekker door ze te roosteren en met warme knakworst, ui, ketchup en mayo te bedekken, heerlijk. Na de lunch hebben we met z’n drieën van 13.00 uur tot 15.00 uur een wandeling gemaakt over het eiland. Joke bewaakte de boten. Wij mengden ons onder de talloze dagjesmensen en met zijn allen wandelden wij als in een carrousel het eiland rond. Eerst steil omhoog naar de imposante zendmast op het hoogste punt van het eiland en dan langs de hoge, rode klifkust aan de westzijde naar de plekken waar je de stinkende Jan van Genten kunt aanraken als het ware. Dat is overigens verboden in verband met de vogelgriep. Je mag ze niet aaien. Het was soms echt file slenteren. Van wandelen kon geen sprake zijn. Je mocht ook niet van de paden af. Er zijn een aantal uitkijkpunten ingericht waar het erg druk was, je moest je er echt tussen wringen om een fotootje te maken. Het was daarboven overigens tamelijk winderig, uit het noordwesten. Er stonden flinke witte koppen op de golven. Gelukkig zal het morgen windstil zijn als we oversteken naar Norderney. Dat had vandaag niet gekund. Langs de oostkant liepen we terug naar het dorp of stadje, kweetniet, en vonden daar zowaar een supermarkt, de Edeka, waar ik mijn lege blikjes kon inwisselen. Ik kocht meteen nieuwe. Waar ik die moet inwisselen weet ik niet. In Nederland kan dat in ieder geval niet.

We gingen dodelijk vermoeid vroeg naar bed, te 22.00 uur geloof ik en we vielen meteen in slaap en sliepen tot wel 23.30 uur toen we ons de tering schrokken van gebonk tegen onze boot en voetstappen aan dek. Inbrekers! Nee hoor, het was een 25 tons stalen schoener onder Belgische vlag die ons als aanlegsteiger had uitgekozen. Ze waren vast erg moe en konden niet meer uit hun ogen kijken, waardoor zij de aanleg mogelijkheden die er waren niet meer konden onderkennen, zodat wij de spreekwoordelijke lul waren. Ik sprong mijn bed uit en in mijn blote bast vloekend naar buiten en keek ze erg boos aan. Dat moet geen gezicht geweest zijn. Ze waren in ieder geval te beduusd en te beschaafd om mij van repliek te dienen en verdwenen snel en geruisloos in hun boot, net als ik. Het was een fijne dag.

Geplaatst in Logboek | Een reactie plaatsen